UBS definieert een vastgoedbubbel als een substantiële en voortdurend foutieve prijszetting van onroerend goed, waarbij het verband tussen de inkomens en de huizenprijzen steeds verder uiteenloopt. Een bubbel gaat volgens de bank meestal gepaard met een excessieve bouwproductie en onverantwoord leengedrag.
De top 5
- Hong Kong 2,03
- München 1,99
- Toronto 1,95
- Vancouver 1,92
- Amsterdam 1,65
Amsterdam is op de UBS-lijst inmiddels ook Londen (6) voorbij. De bankiers zoeken de verklaring voornamelijk in de politieke onzekerheid met de Brexit in het vooruitzicht. Desalniettemin scoort Londen nog steeds een 1,61 op de index. Een woningmarkt met een score tussen 0,5 en 1,5 is volgens UBS te hoog geprijsd, maar is nog geen bubbel. In die categorie vallen steden als Parijs (1,44), Tokyo (1,09) en New York (0,68). Volgens UBS kan een bubbel overigens alleen bewezen worden op het moment dat de bubbel knapt.