De AOW-leeftijd wordt in de toekomst permanent gekoppeld aan de levensverwachting. De bedoeling is dat elke generatie gemiddeld 18 jaar en enkele maanden AOW mag ontvangen van pensionering tot aan het overlijden. Maar de onverwacht minder snelle toename van de levensverwachting schopt dat in de war. "Als het doel is dat alle generaties over een gelijk aantal jaren van hun leven een AOW-uitkering krijgen, dan gaat dit nu te snel", zei actuaris Daan Kleinloog daarover in het FD.
Niet alleen de actuarissen drongen bij Koolmees aan op een langzamere stijging, ook de sociale partners hebben die wens. In het uitgelekte, conceptuele pensioenakkoord wilden de bonden dat 67 pas in 2025 bereikt zou worden. Dat zou recht doen aan de mensen in zware beroepen, die ondanks toezeggingen niet ontzien worden in de pensioenplannen.
Andere factoren
In de brief aan de Tweede Kamer schrijft Koolmees dat hij niet van plan is de stijging van de pensioenleeftijd af te zwakken. Volgens hem is er juist een inhaalslag nodig om de AOW ook voor toekomstige generaties betaalbaar te houden. Het 18-jaars criterium is namelijk niet de enige factor, ook de betaalbaarheid en de verhouding werkenden tegenover gepensioneerden zijn elementen die meespelen.
De minister benadrukt dat ook het CBS heeft aangegeven dat de kleinere toename van de levensverwachting een tijdelijk stagnatie is. Het statistisch bureau gaat er vanuit dat de levensverwachting op termijn gewoon blijft stijgen.