De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten voerden in 2017 een sectorbreed onderzoek uit naar de WA- en de WIA/WGA-markt. Voor DNB was de hoofdvraag of het in de Motor WA- en de WIA/WGA-markt zetten van verlieslatende producten onderdeel is van een bewuste strategie en of de daarbij genomen risico’s afdoende worden beheerst.
Noodzakelijk voor productaanbod
Verzekeraars hanteren inderdaad een bewuste strategie bij deze producten. Niet alleen zijn ze verlieslatend, ze gelden ook als trekker- of serviceproduct. Hierdoor zijn ze volgens DNB noodzakelijk voor het gehele schade- dan wel inkomensaanbod. De risico’s die deze strategie met zich meebrengt, kunnen volgens de bank echter wel beter worden beheerst. “Verbeteringen op dat punt zijn wenselijk en soms ook nodig.”
Klantbelang
Voor de AFM was de hoofdvraag of autoverzekeraars op een evenwichtige wijze rekening houdt met de belangen van klanten. Bij het toetsen van kostenefficiëntie bleek dat niet altijd het geval. Ook wordt het productontwikkelingsproces niet altijd op de juiste manier vastgelegd. De AFM gaat verzekeraars hier nog op aanspreken.
Voldoende concurrentie
Een andere toezichthouder, de Autoriteit Consument en Markt (ACM), nam ook de automarkt onder de loep. Aanleiding daarvoor was de harmonisatie van de terugval van vrije jaren door verzekeraars. De ACM ziet hierin echter geen bezwaar. Er blijft volgens die toezichthouder voldoende concurrentie mogelijk tussen verzekeraars.
De autoriteit raadt consumenten aan om verzekeringen te blijven vergelijken. De effecten van de harmonisaties van schadevrije jaren pakken voor sommige groepen verzekerden gunstiger uit dan voor andere. Goed kijken naar de productvoorwaarden loont daarom, aldus de ACM.