De klant in deze Kifid-zaak benadert de Financiële Rekenkamer in Almelo voor advies en bemiddeling voor het oversluiten van zijn hypotheek. Tijdens het eerste gesprek tekent hij een overeenkomst van opdracht. Hierin staat onder andere een passage over voortijdige beëindiging van de opdracht. De klant is dan een honorarium van € 158 per uur verschuldigd met een minimum van € 899. De adviseur heeft die tekst doorgehaald en er ‘No cure no pay’ onder geschreven’.
Factuur
Binnen een week besluit de klant af te zien van de opdracht. Een maand daarna ontvangt hij een factuur van € 899. Hij betaalt die onder protest en probeert via het Kifid zijn geld terug te krijgen. Hij vindt dat zijn adviseur in strijd handelt met de verplichtingen die hij is aangegaan. De Financiële Rekenkamer had hem niet verteld dat er kosten in rekening zouden worden gebracht bij beëindiging van de opdracht.
Volgens de adviseur streepte hij de passage van de overeenkomst over het voortijdig beëindigen van de opdracht door om aan te geven dat de consument niet een bepaald startbedrag verschuldigd was. Hij heeft daarmee niet aangegeven dat hij afziet van het in rekening brengen van annuleringskosten.
Schoonheidsprijs
De Geschillencommissie oordeelt dat de handgeschreven toevoegingen van de adviseur te summier zijn en nader hadden moeten worden gespecificeerd. Nu dat niet is gebeurd, komen de gevolgen hiervan voor rekening en risico van beide partijen, stelt de commissie. De klant mocht er volgens de uitspraak redelijkerwijs niet van uitgaan dat voor verrichte werkzaamheden geen kosten in rekening zouden worden gebracht. De handelwijze van de Financiële Rekenkamer verdient volgens Kifid echter niet de schoonheidsprijs. De hoogte van de factuur wordt gehalveerd. De adviseur moet € 450 van het voldane bedrag terugbetalen.