Tientallen nabestaanden, slachtoffers, ooggetuigen en andere gedupeerden van de schietpartij waren in hoger beroep gegaan in hun strijd tegen de politie en de Staat. Zij verwijten de politie dat die in 2008 ten onrechte een wapenvergunning had verstrekt aan Tristan van der V. Het was toen namelijk al bekend dat hij met zware psychische problemen kampte. Van der V. schoot op 9 april 2011 willekeurig zes mensen dood in het winkelcentrum. Zestien anderen raakten gewond. Daarna schoot hij zichzelf dood.
Fouten politie
Eerder bepaalde de rechtbank in Den Haag dat de politie niet aansprakelijk is voor het drama. Wel vond de rechtbank dat de politie fouten had gemaakt door hem de wapenvergunning te geven. Maar de rechtbank vond ook dat de regels die de politie heeft overtreden, niet zijn bedoeld om te beschermen tegen de schade die de klagers hebben geleden. Het gerechtshof is het daar niet mee eens. Volgens het hof is de norm dat een vergunning moet worden geweigerd bij vrees voor misbruik, juist bedoeld om burgers te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van dat misbruik.
Reaal niet aansprakelijk
In januari van dit jaar oordeelde de rechtbank Den Haag dat verzekeraar Reaal voldoende bewijs had aangeleverd waaruit bleek dat Tristan van der V. in 2011 niet was meeverzekerd op de AVP van zijn ouders. Gedupeerden eisten een schadevergoeding van de verzekeraar, maar hebben hier geen recht op, stelde de rechter. Verklaringen van zijn ouders en hun tussenpersoon overtuigden de rechtbank ervan dat de polis geen dekking bood voor Tristan.