Na een paar jaren met mindere resultaten heeft Avéro Achmea een jaar van herijking achter de rug. De vraag was of de coassurantiemarkt nog rendabel is voor de verzekeraar. “De conclusie is dat we een belangrijke rol kunnen en moeten blijven spelen in de coassurantiemarkt”, laat woordvoerder Marloes Oldenhof weten.
Founding partner
Om die woorden kracht bij te zetten maakte Avéro eerder deze week bekend founding partner te zijn geworden van het kennis & ontmoetingscentrum van de Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs (VNAB). Het concern wil via het partnerschap met de zakelijke brancheorganisatie de banden met de coassurantiemarkt aanhalen.
“Onze focus ligt op rendabel groeien”, zegt Oldenhof. Dat gaat Avéro doen door het aantal makelaars waarmee wordt samengewerkt met een derde te verminderen. Waren dat er 75, vanaf nu zijn dat er ongeveer 50. Vooral makelaars vallen af waarmee slechts incidenteel klanten werden verzekerd werden. Met de 50 makelaars die overblijven hoopt de verzekeraar intensiever en structureler te kunnen samenwerken.
Brede intekening
Avéro blijft volgens Oldenhof breed intekenen op de beurs. De zakelijke dienstverlening is een groeisector, maar het bedrijf wil ook meedoen in onder andere de metaal- en maakindustrie voor brand en aansprakelijkheid. Andere voorbeelden die de verzekeraar noemt zijn de zorgsector (aansprakelijkheid) en bouw- en handelsbedrijven (transport). Het brandrisico van recyclingbedrijven wil Avéro niet meeverzekeren, net als dat het niet actief zal zijn in zeecasco.