De "gedaagde partij" reed in augustus 2015 in de omgeving Biddinghuizen (Flevoland) in de auto die zij van de eiser geleend had. Op de betreffende weg gold op dat moment een snelheidsbeperking in verband met muziekfestival Lowlands. De tweede auto voor de gedaagde partij slaat op zeker moment rechtsaf om gebruik te maken van de tijdelijk parkeervoorziening. De eerste voorligger slaat linksaf om de parkeerder te ontwijken. De gedaagde is echter niet in staat om tijdig te remmen en botst bovenop de tweede voorligger.
Duurdere autoverzekering
De schade aan de auto van de tweede voorligger wordt keurig betaald door de verzekeraar van de man die zijn auto uitleende. Dat ligt complexer wat betreft de schade aan zijn eigen auto. Die wordt door Dekra begroot op € 1.284, inclusief de kosten voor het opmaken van het expertiserapport. De eigenaar legt de schadeclaim neer bij degene aan wie hij zijn auto uitleende. Ook stelt hij deze aansprakelijk voor de bijna € 2.200 die hij sinds het ongeluk meer heeft moeten betalen aan zijn autoverzekering.
Wettelijke aansprakelijkheid
Dat de 'lener' zich er beroept dat deze niet wist of de auto die ze in bruikleen meekreeg was verzekerd en dus niet wist of ze aansprakelijk zou worden gehouden voor enige schade met het in bruikleen genomen voertuig, doet volgens de Rechtbank Limburg niet ter zake. "Door de aan gedaagde partij ter leen gegeven auto te verzekeren tegen wettelijke aansprakelijkheid, heeft eisende partij er voor zorg gedragen, dat aan de wettelijke verzekeringsplicht was voldaan; op eisende partij rustte ter zake geen plicht aan gedaagde partij mededeling te doen; gedaagde partij daarentegen had zich, alvorens in de haar ter leen gegeven auto te gaan rijden, ervan behoren te vergewissen of de auto was verzekerd."
Geen goed bruiklener
De rechter acht de bestuurder aansprakelijk voor de schade aan de geleende auto. "Daargelaten de vraag of [B] een verkeersfout heeft gemaakt door zonder richting aan te geven rechtsaf te slaan, is gedaagde partij er niet in geslaagd haar auto tijdig tot stilstand te brengen, dit terwijl er toch een meer dan gebruikelijke afstand tussen beide auto’s was. Tussen de auto van gedaagde partij en de auto van [B] reeds immers nog [A] met zijn auto. Laatstgenoemde heeft kunnen uitwijken en anticiperend daarop het had voor gedaagde partij mogelijk moeten zijn haar auto tijdig te stoppen. Dit is haar echter niet gelukt en dit leidt tot de vaststelling dat gedaagde partij niet als een goed bruiklener heeft gehandeld."
Schadevrije jaren
De eigenaar wil ook dat de bruiklener hem bijna € 2.100 aan verzekeringspremie vergoedt. Door de schade die zijn WAM-verzekeraar moest uitkeren voor de schade aan de aangereden auto is de uitlener vijf jaren/treden terug gevallen en moet dus minimaal 5 jaar meer aan premie betalen. Zonder schade zou de premie € 48,09 zijn geweest, terwijl nu € 83,06 betaald moet worden. De bruiklener wijst echter op een mail uit april 2017 waaruit blijkt dat de eigenaar al op 0 schadevrije jaren stond en naar -5 is gegaan en dus blijkbaar in de tussenliggende periode één of meerdere ongevallen gehad.
Geen rechtstreeks verband
De Rechtbank Limburg wil in haar vonnis sowieso niets weten van het doorberekenen van de premieverhoging aan de de bruiklener. "Wie zijn (WAM-verzekerde) auto uitleent aan een ander, weet – of moet weten – dat zijn WAM-verzekering dus zal uitkeren als er met die auto schade wordt gemaakt. Dit met alle gevolge van dien, zoals premieverhoging of terugval in het aantal schadevrije jaren. De vraag is of deze gevolgen kunnen worden verlegd op de houder van de auto, in dit geval gedaagde partij. De kantonrechter is van oordeel dat de gevorderde meerpremie niet kan worden toegewezen op basis van artikel 7A:1781 BW en 7A:1784 BW. Deze schade houdt immers niet rechtstreeks verband met het gebruik van de in bruikleen verstrekte auto, maar vloeit voort uit de voor de ten behoeve van die auto gesloten verzekering."
Andere maatschappij
Daarnaast wijst de rechter erop dat de eigenaar de auto na het ongeval verkocht en de nieuwe -hogere- premie geldt voor de auto die hij hierna kocht en verzekerde bij een andere maatschappij. "Door eisende partij is onvoldoende aangetoond dat bij verzekering van hetzelfde object de premie € 83,06 zou bedragen, zoals het geval is bij het nieuw verzekerd object."