Het besluit is een uitwerking van de Wet bekostiging financieel toezicht 2019 (Wbft 2019). De belangrijkste inhoudelijke wijziging in het besluit is de nieuwe verdeling van de kosten van het doorlopend toezicht over de verschillende toezichtcategorieën. Deze verdeling wordt elke vijf jaar opnieuw bezien en indien nodig herzien.
Wijzigingen in percentages
In vergelijking met de percentages in 2018 blijft het percentage voor vier van de zestien toezichtcategorieën gelijk, daalt het percentage bij vier categorieën en stijgt het bij acht. Aanbieders van krediet zien hun bijdrage volgend jaar ruim verdubbelen.Het percentage voor de aanbieders van krediet stijgt van 2.2 naar 4,8. De stijging van de individuele heffingen zal beperkter zijn doordat de populatie met ingang van 2017 is toegenomen met de telecomaanbieders.
Meer aandacht voor flitskredieten
De plus voor kredietaanbieders is volgens het wetsvoorstel nodig omdat de werkelijke toezichtkosten in de afgelopen jaren hoger zijn geweest dan in rekening is gebracht. “Sinds 2014 heeft de AFM steeds meer aandacht voor kredietverstrekking, flitskredieten, incassostrategie en marketing.
Minder toezicht door provisieverbod
In absolute zin is de grootste wijziging bij de categorie adviseurs en bemiddelaars. Dit percentage zakt van 21,2 naar 14,4%. “Het toezicht op deze categorie is in de afgelopen jaren afgenomen, vooral onderaan de markt. Daarnaast is er minder toezicht nodig omdat het provisieverbod geïmplementeerd is en minder toezicht vergt.”
Invoering MiFID
Beleggingsondernemingen voor eigen rekening zien het percentage verdubbelen van 0,4 naar 0,9%. De stijging houdt vooral verband met de implementatie van MiFID. Hierdoor zal naar verwachting ook het aantal ondernemingen in deze categorie toenemen.
Aanvullende zorgverzekeringen
Bij zorgverzekeraars is stijging van de toezichtkosten in relatieve zien het grootst, van 0,1 naar 0,4%. Aanleiding is een toenemende aandacht voor de aanvullende ziektekostenverzekeringen. De heffingen blijven in absolute zin laag. Voor de grotere zorgverzekeraars met een premie inkomen uit aanvullende verzekeringen tussen de € 500 miljoen en € 1 miljard komt de heffing ongeveer neer op 0,006 % van het premie-inkomen.
Financiële instellingen en pensioenfondsen kunnen nog tot 11 maart op het voorstel reageren.