Kockelkoren wees zijn gehoor op de groei van het aantal internetwinkels van verzekeraars. Dat biedt volgens hem kansen voor verzekeringstussenpersonen. Hij zei letterlijk: "Een adviseur kan namelijk met gebruik van deze kanalen, als zaakwaarnemer van zijn klant, de bemiddeling van producten ter hand nemen. Dit nadat hij een passend advies heeft gegeven aan deze klant. De adviseur kan dit doen zonder aanstellingsovereenkomst. Hij is niet gebonden door de toetredingsdrempels van de aanbieder – hij kan bij iedere aanbieder met een dergelijk kanaal aan de slag."
Wft
Met dit advies is van alles mis. Kockelkoren stelt dat een adviseur de bemiddeling ter hand kan nemen. Dus dat een adviseur kan bemiddelen. Volgens de Wft kan dat juist niet. Andersom wel: een bemiddelaar kan adviseren. Kockelkoren zou de wet waaraan hij zijn positie dankt moeten kennen.
Hij zegt ook dat een adviseur dit kan doen als zaakwaarnemer van zijn klant. Dit kan evenmin. Immers, verzekeringstussenpersonen zijn opdrachtnemers. Zij doen hun werk op basis van een adviesopdracht of een bemiddelingsopdracht. Dit kunnen zij niet combineren met zaakwaarneming.
Zaakwaarneming
In het Nederlandse recht is zaakwaarneming iets specifieks. Volgens het BW is dat ‘het zich willens en wetens en op redelijke grond inlaten met de behartiging van eens anders belang, zonder de bevoegdheid daartoe aan een rechtshandeling of elders in de wet geregelde rechtsverhouding te ontlenen'. Een ingewikkelde zin met een duidelijke betekenis: de belangenbehartiging door een zaakwaarnemer mag niet berusten op een overeenkomst. Dus ook niet op een overeenkomst van opdracht.
Aanstellingsovereenkomst
Kockelkoren zegt ook dat een adviseur dit zonder aanstellingsovereenkomst zal kunnen doen. Wie het nu nog over aanstellingen heeft, heeft het over iets uit het stenen tijdperk van de assurantiebemiddeling. Uit de tijd dat verzekeringstussenpersonen handelsagenten waren. Met de verzekeraar als hun principaal. Die tijd ligt ver achter ons. Verzekeringstussenpersonen zijn opdrachtnemers en hun klant is hun principaal.
Mijn conclusie: slechte verpakking van een goed bedoeld advies. Mijn advies: let beter op je woorden!