Beheerders opgelet: Wet kwaliteit incassodienstverlening in werking

Beheerders opgelet: Wet kwaliteit incassodienstverlening in werking

Op 1 april 2024 is de Wet kwaliteit incassodienstverlening (Wki) in werking getreden. In het regeerakkoord van eind 2021 is afgesproken dat incassomisstanden effectiever moeten worden bestreden. De Wki is bedoeld om de kwaliteit van de private buitengerechtelijke incassodienstverlening te verhogen en misstanden weg te nemen.

De Wki voorziet in een registratieverplichting, kwaliteitseisen en nog een aantal andere aanpassingen over incassowerkzaamheden. In het Besluit kwaliteit incassodienstverlening (Bki) worden de kwaliteitseisen uit de Wki verder uitgewerkt. De wet definieert een incassodienstverlener als degene die activiteiten verricht ter verkrijging van voldoening buiten rechte van een vordering tot betaling van een geldsom. De Wki is van toepassing op buitengerechtelijke incassodienstverleners die namens andere organisaties of personen schulden innen bij natuurlijke personen die in Nederland wonen (of nadat een vordering aan hen is doorverkocht).

De reikwijdte van de Wki betreft uitsluitend buitengerechtelijke incassowerkzaamheden die (a) worden verricht of aangeboden in de uitoefening van een daarop mede gericht beroep of bedrijf; én (b) voor een derde of na overdracht van de vordering; én (c) met betrekking tot de voldoening door een natuurlijke persoon met een woonplaats in Nederland.

De wet geldt ook voor ondernemingen waarbij een schuldenaar in zijn privévermogen kan worden geraakt onder sub c – denk bijvoorbeeld aan een eenmanszaak, een maatschap of vennootschap onder firma. In de Memorie van Toelichting worden voorbeelden genoemd van werkzaamheden die onder de Wki vallen. Gedacht kan worden aan “het opnemen van contact, verstrekken van inlichtingen, versturen van een betalingsherinnering, aanmaning of ingebrekestelling, behandelen van verweer, (proberen te) treffen van een betalingsregeling en in ontvangst nemen van betalingen.” De wet en bijbehorende regelgeving omvatten samengevat het volgende:

Registratieplicht

Registratie moet sinds 1 april gebeuren bij screeningsautoriteit Justis en per 2 april kan een digitale registratieaanvraag worden gedaan. Er moet sprake zijn van een kvk-nummer en eHerkenning minimaal niveau 3. In beginsel wordt binnen 13 weken een beslissing op het verzoek genomen. Registratie moet vervolgens jaarlijks vernieuwd worden. Advocaten en deurwaarders die ook buitengerechtelijke incassomaatregelen verrichten, hoeven niet ingeschreven te worden.

Er is een format beschikbaar om aan te tonen dat de organisatie aan de kwaliteitseisen voldoet. Bij een aanvraag tot registratie moeten incassodienstverleners aantonen hoe zij van plan zijn te voldoen aan de kwaliteitseisen, informatie verstrekken over hun personeelssamenstelling en eventuele redenen die kunnen leiden tot het tijdelijk buiten behandeling laten van een incasso verzoek.

Eigenaren en bestuurders, die de incassodienstverlening onder hun verantwoordelijkheid hebben, worden ook gescreend. De screening bestaat uit het raadplegen en beoordelen van informatie uit het Handelsregister (KvK); het Insolventieregister; het Justitieel Documentatie Systeem (JDS); systemen van toezichthouders zoals de Inspectie Justitie en Veiligheid, Autoriteit Financiële Markten en de Autoriteit Consument en Markt; eventueel politieregisters; eventueel het European Criminal Records Information System (ECRIS). Tevens moet voor alle medewerkers die contacten onderhouden met schuldenaren en schuldeisers én hun leidinggevenden een Verklaring omtrent het Gedrag (VOG) aanwezig zijn.

Kwaliteitseisen

Drie kernelementen zijn te herkennen in de opgesomde eisen van artikel 13 Wki: (1) betamelijke incassopraktijken, (2) volledige en correcte informatieverstrekking en (3) faire geschillenbeslechting. Schriftelijk moet worden vastgelegd op welke wijze aan alle eisen wordt voldaan. Kennis van geldende wet- en regelgeving is vereist, en ook het op peil houden daarvan.

In het Bki (artikel 3.1 lid 2 en 3) staat uitgebreid uitgewerkt welke onderdelen een vordering moet bevatten. Transparantie is daarbij duidelijk de rode draad. Verder bevat het Bki de nodige eisen qua handelswijze en bereikbaarheid.

Aanpassing artikel 6:96 BW:

Ook is aandacht voor eventuele ongewenste stapeling van incassokosten. In het Burgerlijk Wetboek wordt daarom aan artikel 6:96 BW een achtste lid toegevoegd. De incassokosten voor termijnbetalingen van maximaal 266,67 euro per maand volgens eenzelfde overeenkomst zijn afhankelijk van het aantal achterstallige termijnen dat na aanmaning onbetaald blijft binnen een periode tot zes maanden. Er wordt dus bij elke nieuwe aanmaning zes maanden teruggekeken voor het in rekening brengen van incassokosten. Als het termijnbedrag hoger is, dan geldt de bestaande regeling (vijftien procent van de hoofdsom). In afwijking van lid 7 geldt dat wanneer voor meerdere termijnen wordt aangemaand, het hoogste bedrag aan incassokosten geldt dat voor een van de betreffende termijnen in rekening kan worden gebracht.

sancties

De Wki maakt in artikel 18 de niet-geregistreerde uitvoering van incassodiensten strafbaar en bepaalt dat schuldenaren niet verplicht zijn te betalen aan niet-geregistreerde entiteiten, noch zijn zij rente verschuldigd zolang een niet-geregistreerde incassodienstverlener betrokken is. De aanspraak op de incassokosten voor die vordering vervalt zelfs definitief. Zo stelt artikel 18 lid 2 dat evenmin een vergoeding verschuldigd is voor de werkzaamheden van een volgende aanbieder of verrichter van incassodiensten die zien op dezelfde vordering. Voor geregistreerde dienstverleners zijn er boetes en administratieve sancties, zoals schorsing of verwijdering uit het register, bij ernstige overtredingen.

Overgangsrecht

De wet voorziet in overgangsrecht. Gedurende een jaar na de inwerkingtreding per 1 april 2024 zal de registratieverplichting niet van toepassing zijn op degene die voor het tijdstip van inwerkingtreding al buitengerechtelijke incassowerkzaamheden verrichtte of aanbood. Wel gelden de kwaliteitseisen. Civielrechtelijke gevolgen uit artikel 18 Wki gaan pas achttien maanden na inwerkingtreding in (per 1 oktober 2026). Artikel 6:98 lid 8 BW kent geen overgangsrecht.

Dit is een partnerbericht van de Vereende. Bekijk het partnerdossier